Een goedgevulde raadszaal, vanavond in het stadhuis. Er werd door vier (oppositie-)partijen een hoorzitting gehouden ter voorbereiding op het raadsdebat van volgende week. Waar ging het over? Overlast, elkaar opzoeken, normen, en waarden. Veel kritiek, maar ook creatieve ideeėn. Maar heeft zo’n avond ook nut en effect?
Ze werden gemist, gisteravond, de coalitiepartijen PvdA, SP en GroenLinks. Ze hadden geen behoefte aan een raadsbrede hoorzitting en namen dus niet actief deel aan de hoorzitting georganiseerd door de CU, de VVD, de Stadspartij en het CDA. Ondanks dat was GL-raadslid Harrie Miedema wel als toehoorder aanwezig, evenals Elco van der Wilt (D66) en Stefan Antuma (S&S).
En dat was gelukkig niet voor niets, want er zijn zinnige dingen gezegd. Natuurlijk zat er wel eens wat venijn in de discussie, maar over het algemeen werden de eigen denkbeelden met respect voor de ander naar voren gebracht.
Nu leeft er bij sommige raadsfracties een hardnekkig misverstand over hoorzittingen, namelijk dat je burgers alleen bij besluitvorming betrekt als er in hun inbreng ook iets nieuws valt te verwachten.
Enigszins uit de hoogte als je dat vanuit het standpunt van de betrokken wijkbewoners en studenten bekijkt: “We weten toch al wat jullie gaan zeggen!”
En feitelijk onjuist, want er zijn door studenten en andere wijkbewoners nieuwe dingen naar voren gebracht, die we gaan gebruiken in het debat. Let maar op, zou ik zeggen tegen al die partijen die een hoorzitting niet nodig vonden.
Maar ook echt heel jammer, omdat het een ander effect van het houden van zo’n hoorzitting miskent. Want alleen al het feit dat er een raadszaal vol zit met mensen die de moeite nemen om naar het Stadhuis te komen om over hun problemen te vertellen en te luisteren naar opmerkingen van anderen, heeft een grote meerwaarde. Ik weet zeker dat er meer duidelijkheid en zelfs meer begrip is ontstaan voor andermans standpunt. Mensen luisteren naar elkaar en zoeken de verbinding, en dat is goud waard.
Heeft de avond nou nut en effect gehad? Nut zeker, zoals boven beargumenteerd. Effect is nog even afwachten; maar eens zien hoe volgende week het raadsdebat loopt, als alle partijen er weer bij zijn.
4 reacties juni 10th, 2008
Het is in de politiek verleidelijk om hard te roepen, omdat dat nu eenmaal aandacht oplevert. Dat dit wel eens ten koste gaat van de zorgvuldigheid en de nuance, wordt vaak op de koop toe genomen. Drie recente voorbeelden:
Mijn weblog over de effecten van winkels als Saturn op de binnenstad, waarin ik het gebrek aan binnenstadsvisie bij dit college aan de kaak stelde, werd door Drewes de Haam (GL) geļnterpreteerd als kritiek op Saturn, terwijl het tegendeel in de tekst staat. Opvallend dat een ingelezen raadslid mijn inbreng zwart-wit las, terwijl in het daaropvolgende krantenbericht in het DvhN de nuance voluit naar voren kwam!
Een tweede voorbeeld is collega Betty de Boer (VVD) die uitspraken van wethouder Verschuren (SP) over bijstandsmoeder en prostitutie wel heel strak uitlegt, alsof hij in elke bijstandsmoeder een prostituee zou zien. Dit terwijl zijn uitspraken zonder al te veel moeite ook veel genuanceerder kunnen worden gelezen. Ik ben deze raadsperiode ook al een aantal malen uitgevaren tegen deze wethouder, maar dit zo uitmelken vind ik echt gezocht.
Het derde voorbeeld is de bijdrage van de nieuwe GCC-voorzitter Bert-Jan Hakvoort in de laatste Cityscoop. Hij neemt het op voor de ambtenaren en geeft en passant ‘de politiek’ een veeg uit de pan. Hij vindt het toch eigenlijk droevig dat in de Groningse politiek nou eens niemand is opgestaan die zegt dat de kritiek overdreven is en dat de ambtenaren ook zeer goed werk verrichten waar Groningen blij mee mag zijn.
Mooi statement, alleen jammer dat hij enkele belangrijke woordvoeringen uit de Groningse politiek heeft gemist. Want ik heb namens het CDA (maar ook anderen hebben dat gedaan) in belangrijke woordvoeringen ook hier de nuance gezocht. Misschien nog wel het helderst in het debat over de kredietoverschrijding eind vorig jaar, na het verschijnen van de onderzoeksrapporten. Naar aanleiding van het rapport van Andersson heb ik het volgende gezegd:
“Hij (Andersson) schetst een beeld van een samenspel van college c.q. wethouder en dienst dat decennialang heel goed heeft gefunctioneerd en ten dele nog steeds bijzonder goed functioneert. Ik wil op deze plek best kwijt dat dit jarenlang een gouden formule is geweest, waar de stad veel baat bij heeft gehad en zichtbaar nog altijd heeft. Door de hechte samenwerking tussen verschillende PvdA-wethouders en een door geestverwanten gedomineerde dienst, zijn zaken gerealiseerd die anders nooit tot stand zouden zijn gekomen.”
Hakvoort wordt dus op zijn wenken bediend. Want ook in de raad, zelfs in de oppositie, is men complimenteus over de verdiensten van de ambtenaren van RO/EZ. Dat neemt niet weg dat wij tegelijkertijd kritiek hebben geuit en ook zullen blijven uiten gedurende het veranderingsproces. Die kritiek richt zich op het college, en dat zal Hakvoort ons vast niet kwalijk nemen.
Reageer juni 4th, 2008