Er is in de stad een nieuwe vrijwilligersclub ontstaan, de zelfmaaiers. Elk beschikbaar vrij uurtje stappen tientallen Stadjers op de zelf aangeschafte maaimachine om het openbare groen te millimeteren. De gemeentelijke bezuinigingen op beheer en onderhoud hebben zo een positieve invloed op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners van deze stad. En het gerucht gaat dat ze in de winter van naam en activiteit veranderen: de zelfstrooiers.
Zaterdagmorgen, 7 uur. Jannes (38) en Joost (34) starten hun hagelnieuwe zitmaaiers voor de eerste maaironde dit weekend. Doordat de gemeente bezuinigt op beheer en onderhoud staat het gras in hun wijk okselhoog en dat laten ze zich niet gebeuren. Ondanks protesten van de Partij van de Dieren (het hoge gras is een ideale habitat voor allerlei kruipend gedierte) zetten ze met veel plezier en toewijding het mes in het gemeentelijk groen.
Twee uur later spreken we ze in de koffiepauze. Een korte pauze, want er is nog heel wat gras te gaan. Desgevraagd zeggen Jannes en Joost dat ze vanwege de aanhoudende klachten uit de wijk en de afhoudende reactie van de gemeente “in het gat zijn gesprongen”. Hoe je het ook wendt of keert, het gras moet gemaaid en als de gemeente het vertikt, dan doen ze het zelf wel.
De werkzaamheden van de twee broers worden in de wijk erg gewaardeerd. Een wijkbewoner, die anoniem wil blijven, maakt zich boos over de terugtrekkende beweging van de gemeente: “We mogen wel steeds meer OZB betalen, maar maaien? Ho maar!”. Zorgen zijn er over de veiligheid en het voortwoekeren van allerlei onkruid: “zo wordt de stad wel erg groen!”.
Jannes en Joost genieten van hun nieuwe hobby, ook al is die uit nood geboren. De zitmaaiers worden op hun staart getrapt en aan het einde van de zaterdagmiddag liggen de gemeentelijke percelen er weer als een biljartlaken bij. Interesse vanuit de gemeente? “Er is wel een ambtenaar wezen kijken, maar die kwam vooral controleren of onze maaiers niet teveel CO2 uitstoten. Stank voor dank.”
De broers zijn niet de enige; overal in de stad ontstaan eigen initiatieven om de wijk leefbaar te houden. Gezien de recente beantwoording door het college van vragen van het CDA over strooibeleid, zien velen van hen hun kans schoon om ook in de winter actief te zijn. Niet op het grasveld, maar op de stoep, om die sneeuw- en ijsvrij te maken. Nu de gemeente als beleid heeft neergelegd dat burgers meer zelf moeten strooien, hopen de broers op een ouderwets strenge winter. Niet voor de ouderen onder ons, maar wel voor henzelf: zo hebben ze al onderzocht of er een strooikar achter de zitmaaier gehangen kan worden. Laat die winter maar komen!
Reageer mei 21st, 2011
Het DvhN kopt op de stadspagina met “Einde onderwijstwist”. Er komt een onderzoek naar de hoogte van de bruidschat die bij de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs naar O2G2 is gegaan. OK, maar dan volgen teksten over doorbetaling aan het bijzonder onderwijs die wel heel bijzonder zijn.
Op zich is het opvallend dat het college nu een stuk milder naar de verzoeken van O2G2 kijkt dan eerder, toen een aanvraag voor 18 miljoen nog bijna tot op het bot werd uitgekleed. Nu komt er een onderzoek en er zal ongetwijfeld extra geld heen gaan, al is nog onduidelijk hoeveel. De gemeente kan zich ook geen langdurig conflict met het openbaar onderwijs veroorloven, want dat gaat uiteindelijk ten koste van de leerlingen. Is trouwens nog iets anders dan maar gelijk fors over de brug te komen. Eerst het onderzoek maar even afwachten.
Tegelijk werd iets anders duidelijk. In het onderwijs geldt voor sommige onderdelen, zoals DvhN terecht opmerkte, een doorbetalingsplicht op basis van het gelijkheidsbeginsel. Dit zou er toe kunnen leiden dat als O2G2 extra geld krijgt, het bijzonder onderwijs ook extra geld mag verwachten.
Nu meldt de krant twee uitspraken van wethouder Elly Pastoor (PvdA) hierover:
1. Dat juist een bruidschat in het leven is geroepen om onder het gelijkheidsbeginsel uit te komen en
2. Dat daar geen jurisprudentie over bestaat.
Wat? Ik vind het ongelooflijk dat een wethouder zó omspringt met een wettelijke verplichting . Het gelijkheidsbeginsel is voortgekomen uit een eerdere onderwijstwist en moet gewoon toegepast worden. Het bijzonder onderwijs hoeft niet meer te krijgen dan waar ze recht op heeft, maar zeker niet minder. Ik vind het niet stoer, eerder genant dat een wethouder allerlei uitvluchten bedenkt om onder deze verplichting uit te komen.
Het tweede is dat ik het heel apart vind dat de wethouder van onderwijs zich zó opstelt jegens het bijzonder onderwijs, dat een substantieel deel van het basisonderwijs in de stad verzorgt. Daar gaan toch ook inwoners van onze stad naar school en daar is toch helemaal niets mis mee? Door deze uitspraak laadt het college de verdenking op zich onderscheid te maken, en dat heb ik van eerdere linkse colleges nog niet meegemaakt.
Er zijn, sinds de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs, naast enkele kleinere, twee grotere zelfstandige organen in de stad die basisonderwijs verzorgen: O2G2 (openbaar) en het VCOG (prot-chr.). De gemeente heeft als zodanig toch geen voorkeur voor één van de twee? Nu lijkt het alsof er een soort tweedeling ontstaat: het is prima dat het openbaar onderwijs geld krijgt, maar dan moeten we zien te voorkomen dat het bijzonder onderwijs meeprofiteert.
Ik houd daar niet van en vind het ook niet terecht. Daarom schrok ik ook van de opmerking van de wethouder dat er geen jurisprudentie over bestaat. Dat is toch geen uitnodiging aan het bijzonder onderwijs om dan maar te gaan procederen? Zo loop je van de ene onderwijstwist in de andere!
5 reacties mei 11th, 2011